Vraag maar raak! Vraag 47

Dr. Robert Sternberg is professor aan Cornell University en is gespecialiseerd in relaties en intelligentie. Hij geeft aan dat "de term hoogbegaafd geen psychologische betekenis heeft." Met andere woorden: gooi de “zijnskenmerken” maar uit het raam. Maar als hoogbegaafdheid geen psychológische betekenis heeft, welke betekenis heeft het dan wel?

Kennelijk kunnen we een hoog IQ óók niet linken aan “talent” – want “talent” is maatschappij specifiek. De zojuist genoemde professor geeft bovendien aan dat er verschillende, tegenstrijdige opinies zijn over hoeveel verschillende "soorten" intelligentie er zijn. Dus als een Intelligentie Quotient “intelligentie” meet – waar hebben we het dan eigenlijk over? Het is, kortom, nogal pretentieus om het IQ een "Intelligentie Quotient" te noemen wanneer er verschillende vormen van intelligentie zijn waarvan de meeste niet via een dergelijke test te “meten” zijn. En intelligentie op het ene gebied (bijv. “IQ-test intelligentie”) is geen garantie voor intelligentie op een ander gebied (bijv. creatieve en praktische intelligentie). Dus een dergelijke naamgeving ("IQ") is misleidend: het pretendeert meer in te houden (namelijk “Intelligentie” met een hoofdletter “i”) dan het in feite is, namelijk: een specifieke vorm van “intelligentie" die te meten is via zo’n test.

Ook als we “intelligentie” in de nauwe zin zouden accepteren (hiermee bedoel ik de intelligentie die met een IQ test gemeten kan worden), dan wat zegt een IQ resultaat ons?

Hoog IQ = hoogbegaafd. Maar wat houdt dat feitelijk in? Een hoog IQ heeft, zoals we reeds zagen, geen psychologische betekenis, en is ook geen garantie voor praktische intelligentie of creatieve intelligentie. Een hoog IQ betekent niet “talent”, en zegt ook niks over prestaties!

Sterker nog, intelligentie kan ontwikkeld worden, en wie kan zeggen op welk punt het "groeipotentieel" bereikt is? Een IQ kan toenemen en een IQ kan ook afnemen – net als met een spier die niet getraint wordt. Dus wat is “je IQ” dan uiteindelijk? Het “potentieel”? Maar hoe meet je je “IQ-score potentieel”? Of is IQ louter de momentopname zelf? Zo ja, nemen we de hoogste score die je ooit hebt bereikt op een IQ test (maar wat zegt dat dan over je onaangeboorde “IQ-score potentieel”?), of de huidige score, die wellicht lager is dan wat het mogelijk ooit is geweest maar die wel de feitelijke score/situatie op het moment is…?

Ergo, wat blijft er nu nog over van het begrip “hoogbegaafdheid” als onderscheidende categorie?

Antwoord:

Veel vragen in één vraag. Ik zal mijn mening geven op elke alinea. En ik wil hier graag benadrukken dat deze rubriek niet bedoeld is voor discussies. Daarvoor is er de mogelijkheid op de facebookgroep van deze website.

Met die professor ben ik het niet eens omdat hoogbegaafdheid het gedrag van mensen beïnvloed. En die beïnvloeding maakt dat het psychologisch van belang is. Over het hoe en wat en waar kunnen we discussiëren, niet over het feit dat een uitzonderlijk hoog IQ invloed heeft op menselijk gedrag. Ik zie mensen die op basis van de gevoelens in de maatschappij over hoogbegaafden, zich in allerlei kronkels wringen om hoogbegaafdheid onderuit te halen. En gelet op de geschiedenis ligt een uitzonderlijk hoge intelligentie hebben, altijd al negatief onder vuur en soms wordt het in een enkel persoon dan weer zwaar verheerlijkt. Het is een gevecht tegen emoties en vooroordelen die ook gevoed worden door het feit dat de meesten geen enkele hoogbegaafde in hun omgeving kunnen aanwijzen. Onbekend maakt onbemind.

Uit bovenstaande komt de drang om de term ‘intelligentie’ te verbreden en te verdiepen. Dat levert budget op en publicaties, iets waar wetenschappers van leven. Kijken we naar de IQ-test op zich, dan valt op dat het allemaal puzzeltjes zijn waarvoor je nauwelijks kennis nodig hebt. Iedereen kan die puzzeltjes wel maken. Maar het gaat bij intelligentie er om hoe snel je kunt denken. En daar zit ook het andere onderdeel van de IQ-test, de tijdslimieten om die puzzeltjes te maken. Hierdoor is de IQ-test een meetinstrument waarmee je objectief de snelheid van hersens kunt meten. Om inzicht te geven in de meetresultaten gebruikt men de Gauss-kromme en de daarbij horende ‘Intelligentie-Quotiënt’. Op Wikipedia is meer hierover te vinden.

Het resultaat van een IQ-test zegt ons hoe snel bepaalde hersens kunnen functioneren. Het zegt niets over de kwaliteit van dat denken. Wat wel opvalt is dat er vaak een onderlinge band gevoeld wordt door leden van eenzelfde IQ-groep zoals de hoogbegaafden. Dit kan overigens zowel positief als negatief zijn. Door die gevoelde band is er sterker sprake van ‘een groep’ dan alleen de IQ-uitslag zelf wat op zich al een groep definieert.

Het uitzonderlijk hoge IQ zegt wel iets over prestaties als de omstandigheden correct zijn. Het probleem is dat op de meeste plaatsen in de maatschappij de juiste omstandigheden niet aanwezig zijn. Dat ligt niet aan de hoogbegaafde, we zijn een minderheid en passen moeilijk in de maatschappij.

Intelligentie is niet flexibel, je kunt het niet veel punten verhogen en ook niet veel verlagen. Wat wel helpt is oefenen in dat soort puzzeltjes maar dat is jezelf voor de gek houden. En verlagen kan ook door bewust foute antwoorden te geven of de tijd te verspillen aan een leuke tekening. Ook dat is jezelf voor de gek houden. Zolang de voorwaarden in acht worden genomen, de persoon serieus en actief diens best doet, komt uit een IQ-test altijd een gelijke waarde uit, plus of min zoiets als 5 punten. En dat kan te wijten zijn aan een betere of slechtere stemming om een testje te maken.

Er blijft hetzelfde uitkomen als eerder: een hoogbegaafde scoort bij de 2% hoogste scoorders op een standaard IQ-test. Dat is een groep. En als je er bijhoort dan is dat zo, of je het leuk vindt of niet. En zou het zo zijn dat men niets aan kan vangen met een IQ-test, waarom bestaan ze dan nog altijd? Omdat de meeste mensen de waarde er wel van inziet.

Terug naar het overzicht van ‘Vraag maar raak!’.