Rianne van de Ven

“When the student is ready, the teacher will come” is een bekend gezegde dat om mijn HB-verhaal van toepassing is.
Ik heb ‘het’ altijd wel geweten, maar ik was er niet klaar voor. En op 33-jarige leeftijd was ik dat blijkbaar wel. Tijdens een bijdehante chat-sessie met een collega op mijn werk kreeg ik van hem de link van de Mensa-thuistest toegestuurd. Ik was zo snel in mijn reacties en grappen naar hem, dat hij – op dat moment recent Mensa-lid – vermoedde dat ik wel eens heel hoog zou scoren. En dat was zo. En toen begon het: een proces van zelfacceptatie, groei en een geheel nieuwe bril op de werkelijkheid. De heftigheid is er na 4 jaar nu wel af, maar dagelijks beleef ik nog nieuwe ontdekkingen en inzichten in mijn wereld.

Ik woonde in een klein dorp (sorry: stad!) en op de lagere school had weinig aansluiting bij mijn klasgenoten. Of bij mijn familieleden. Als superleergierige druif koos ik enkele vriendjes en vriendinnetjes op basis van de omvang van de boekenkast van hun ouders. Ik had maar weinig vrienden, want ik was ook een gewild pestobject.
Na 5 jaar lagere school was ik daar wel klaar. Maar ja, versnellen was een begrip dat toen geen gemeengoed was. Dus het zesde jaar heb ik veel gelezen en veel koffiegezet voor de leraren. En gesport. Want sporten was is ons gezin heel belangrijk. En daarin was ik ook goed. Mijn sport heeft me sociaal gezien een beetje op de been gehouden, want daarmee dwong ik nog een stukje respect af bij mijn klasgenootjes.
Toen naar het gymnasium. Een kleine school met zo’n 400 leerlingen. In de grote(re) stad. 14 km fietsen (enkele reis, met bijna altijd tegenwind) om vervolgens zwaar gedesillusioneerd te worden. Ook hier niet veel aansluiting. Veel poeha (met name de rector) en ik werd enorm recalcitrant. Ik had me al voorgenomen nooit meer zo gepest te worden, dus die grote mond had ik me snel aangemeten.
Na 4 jaar gymnasium (waarvan de eerste gedoubleerd) naar een grote scholengemeenschap overgestapt en dat was precies wat ik nodig had: een grote massa waarin ik kon verdwijnen. Waar ik niet zo opvallend was. Waar er anderen rondliepen die nog ‘gekker’ waren dan ik. Vlotjes VWO afgerond en toen naar het HBO. Hmm….dat was het niet. Dan maar naar de universiteit. Hmm….dat was het al helemaal niet. Ik vind zoveel leuk en ik kan uit veel opleidingen kiezen, maar ik weet niet wat ik wil.
Dan maar aan het werk. En hé, dat was leuk! Ik kreeg kansen, problemen waar ik mijn tanden in kon zetten en ik groeide en groeide. Geen diploma? Geen probleem! Bij dat bedrijf keek men naar de mens en niet naar de papieren. En men zag mijn capaciteiten. Management development programma, internationale functie, ik was echt met mijn neus in de boter gevallen.
Maar toch….. politiek was ik niet heel erg handig. Ik kon mensen ook enorm tegen me in het harnas jagen. Als ik gelijk had, zou ik het krijgen ook! En onrecht, daar kon ik niet tegen. En dan gebeurde het af en toe dat ik – met name uit gevoel van onmacht – tot tranen toe geroerd was. Rianne? Emotie? Wat is dat?
Thuis werd er niet veel over emoties gesproken. Die werden weggestopt. Agressie bijvoorbeeld werd gestopt in onze sport. Dààr kon je dat kwijt. Toen ik geblesseerd raakte en niet meer op hoog niveau kon sporten, werd dat dus een enorm probleem. En dat werd ook een probleem op mijn werk. De balans emotie-ratio was er niet. Ik was te onvoorspelbaar voor anderen. De situatie werd er niet beter op en uiteindelijk besloot ik daar weg te gaan.

Het waren de hoogtijdagen van de ICT (2000) en ik vond snel een andere werkgever. En daar werd wel naar diploma’s gekeken. En ik had de functie dan wel gekregen op basis van mijn werkervaring, maar een diploma om mijn niveau te bevestigen was gewenst. Een post-HBO-opleiding Bedrijfskunde werd het. Van 1 jaar. En met goed gevolg afgerond. Maar ook bij deze werkgever liep ik aan tegen mijn sociale onhandigheid. Op inhoud was ik goed en op het aspect proces had ik inmiddels veel geleerd. Maar het aspect relatie was onderontwikkeld.

En toen kwam daar in 2004 dus die chatsessie met die collega. En begon het balletje te rollen. En in het begin rolde dat heel hard. Ik scoorde hoog op de Mensa-test en werd lid. En plots was daar de verklaring en een noemer voor de problemen die ik ondervond. Het stempeltje HB bood me een kapstok om allerlei ervaringen aan op te hangen. En wat bleek? Mijn verbeterpunten waren de keerzijde van een an sich positieve medaille. En dat deed behoorlijk wat met mijn zelfbeeld.

Mijn HB-ontdekking leidde tot een echtscheiding. Een combinatie van ‘nu pas weten wie ik ben’ en de groei van mijn zelfbeeld deden mij besluiten dat ik gelukkiger kon worden zonder mijn ex.
Ook ben ik in therapie gegaan. Er was zoveel te verwerken. Een rouwproces vanwege de gemiste kansen, de relatie met mijn moeder die voor een aantal problemen had gezorgd en vooral ook hoe kan ik op mijn werk eruit halen wat er inzit? Mijn HB optimaal inzetten?
En ik kwam veel op een internetforum voor hoogbegaafden. Eerst als hulpzoekende en later veranderde dat naar een rol waar ik anderen juist adviezen gaf. Ook vond ik daar mijn huidige partner, met wie ik inmiddels bijna 4 jaar heel gelukkig samen ben.

Toen ik voor mijn werk de mogelijkheid kreeg een professionele coachopleiding te volgen, vielen de puzzelstukjes op zijn plaats. Eindelijk vond ik iets wat ik echt wil. Naast mijn parttime baan heb ik sinds 1 januari 2008 mijn eigen coachpraktijk. Al mijn ervaring als HB-laatontdekker stel ik daarin beschikbaar voor ander hoogbegaafden. Maar mijn klantenkring is breder dan dat. Met mijn management en advieservaring ben ik ook prima geëquipeerd voor executive coaching.
Dagelijks leer ik nog bij over wat het is om hoogbegaafd te zijn. En nu ik mijn modus gevonden heb dit effectief in te zetten, ben ik enorm gelukkig.

Rianne van de Ven
www.riannevdven.nl
Maart 2009.

4 gedachten over “Rianne van de Ven”

  1. Als er hoogbegaafden zijn dan zouden wantoestanden en armoede en misschien oorlogen verleden tijd zijn. Sommige H.B.”s hebben wat een hautaine instelling wat een afstand schept voor gewonere mensen. Het is zo elitair en hooghartig dat je het gevoel krijgt dat zij een afstand scheppen tussen het gewone volk. Misschien vinden ze die te banaal. het kan toch niet zo zijn dat ze hier op neerkijken? Ik bedoel de gewone mensen. Veel problemen zouden opgelost kunnen worden als zij samen zouden willen werken. Ik heb het gevoel dat die afstand soms wat groot is. Ik krijg het idee dat ze mij zien als een ordinair plat louchefiguur en als een beneden hun stand zijnde persoon. Je bent dan wel H.B. maar anderen zouden er ook iets aan moeten hebben in de praktijk, en dan naast mensen staan en niet zo erboven in een ivoren torentje zitten en maar oreren dat je H.B. er bent zonder naast mensen te staan. Misschien voelen zij zich wel verveeld in gesprekken met mensen die niet zo H.B. zijn. Zij begrijpen het niet. De kloof is te groot. De kwartjes vallen op zijn plaats als je weet dat je een H.B. er bent. telkens waren ze aan het zoeken. Ze wilden populair en getapt zijn en net alsof je er niet bij hoort. De H.B. er zonder pretenties en hoogmoed dan gewoonweg eenvoud zelve blijft. Iemand die iets eerder ziet dan de ander en het bijzondere vanuit het algemene kan onderscheiden. .

  2. De blunders, de ware valkuilen, geen successtories, die kom ik zelden tegen. En juist daar valt zoveel terrein te winnen, zoveel verbeteringen neer te zetten. Juist die mensen zitten in een maatschappelijk (zeer groot) isolement, aangezien de hulpverlening en advocaten zich kenmerken door een bepaalde inslag, bepaalde doelgroepen worden daarin zeer gezien, gestimuleerd en kennen allerlei voorrechten, daar waar HBӎrs niet welkom zijn.
    Ik voel me ook niet thuis tussen hautaine, geslaagde, succesvolle en arrogante HB”ers, terwijl ik juist ook vaak gekenmerkt wordt als succesvol en arrogant. Die lieve, sociale, warme component mis ik zo.

  3. Fijn, Rianne, dat je HB uiteindelijk zo goed bij jou heeft uitgepakt. Je mondigheid, icm andere (geluks?)factoren zijn hier volgens mij mede debet aan.
    Ik herken veel- de SP-leider bv die tegen me zei; ”Je bent zeer intelligent, je kan het zelf wel oplossen” toen ik grove mensenrechtenschendingen en discriminatie ondervond en hij vervolgens nix deed, ook zijn beloftes niet uitvoerde- maar ik had en heb die grote mond niet. Dat wil ik ook niet. En dan merk je dat je een zwaar pad moet volgen. De wet vd remmende voorsprong doet haar intrede.
    Ik hoop dat je anderen blijft adviseren, ook onbezoldigd. Want zij die kansen krijgen en kunnen nemen komen er wel. Altruisme en een bepaald soort zachtheid ivm HB kom ik helaas weinig tegen. Ware HB houdt volgens mij ook een hoog EQ in, welke ik doorgaans vaak mis bij hoogbegaafden. Daarvoor heb ik ook weer zo mijn theses ontwikkeld. De sociale, zachte component mis ik dus te vaak bij HB”ers. Dat maakt xtra eenzaam.
    Verder mis ik een actieve belangenorganisatie die voor alle hoogbegaafden opkomt.
    Mijn broer, ook hoogbegaafd, heeft zijn eigen politieke partij. Politiek is ons met de paplepel ingegoten, dus ik zie hoe een bel. org. haar beleid zou kunnen weergeven, wat er mogelijk is. Ik zou zoveel meer willen, ik zie vele mogelijkheden die niet aangeboord worden, en zie vaak ook waarom. Hoogbegaaafden bv die nogal eens op een eilandje leven, elitair zijn, te weinig feeling met de maatschappelijke (wan)toestanden. Ook hierin heb ik weer maatschappelijke verklaringen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *