Het onzinnigste dat wij al sinds onze geboorte aanleren is de kunst van het aanpassen. Onze trotse ouders willen niets liever dat hun kind later tenminste door de maatschappij als ‘normaal’ zal worden gezien. Tenminste, want nóg liever willen zij dat hun nazaadje zal uitblinken en de maatschappij het later als een ‘beroemdheid’ zal insluiten. Zeker, zult u denken, maar allereerst zullen die ouders het kind gelukkig willen zien, want niets gaat boven het geluk.
Voor heel even ga ik hierin mee: als kind van liefdevolle ouders die jou al het geluk gunnen, neem je alles van hen aan, omdat zij (in de ogen van een kind) autoriteit uitstralen en jouw rugzakje zullen volstoppen met allerlei goede en nuttige zaken – misschien zit er zelfs wel wat lekkers bij – opdat jij de juiste weg zult volgen. De weg naar het geluk.
De weg naar het geluk? Bestaat deze weg werkelijk of is het een wensdroom? Hoeveel mensen van boven de twintig voelen zich oprecht gelukkig? Ik vermoed een minderheid, omdat de meesten niet eens weten wat geluk voor hen betekent. Als mijn vermoeden klopt, dan hebben verreweg de meeste ouders – weliswaar goedbedoeld – hun kind(eren) het bos ingestuurd met een rugzak vol met zaken waar het kind -blijkbaar- geen zak aan heeft. Het lekkers is na een paar jaar dwalen vast verorberd en een kapmes of een survivalpakketje zat er niet in. De meeste ouders hebben gefaald. Maar ook zij zijn kinderen van de rekening…
Willen we deze vicieuze cirkel doorbreken, moeten we loskomen van de droom die Geluk heet. Een aantal filosofen heeft dit al eerder rondverteld en opgeschreven, maar helaas blijkt – optimistisch geuit – een kleine minderheid van alle ouders deze filosofische boodschap te hebben begrepen. Lees verder “Helmi van der Helm”