Odile Schmidt – Nouhan
Bloemknoppen in mijn appelboom verbergen bloemen opdat ze zich veilig kunnen ontwikkelen. In de winter verlaten de dorpelingen hun kale wintertuinen en verblijven veel binnen in hun huizen. Er wordt gelezen en meer geslapen. Ze keren in de winter in zichzelf. Kinderen op school en wij als volwassenen in onze omgeving als we figuurlijk winter om ons heen voelen, kunnen ons terugtrekken uit de omgeving en in onszelf keren, en het kan lijken of we ons niet zichtbaar meer ontwikkelen. Dit geeft een perspectief op begrippen zoals introversie, terugtrekgedrag, vermijding. Ik ga niet tegenspreken dat introversie aangeboren is, maar wel belichten dat terugtrekgedrag een natuurlijke adaptatie is op een natuurlijk voorkomende situatie, zoals winter een natuurlijk voorkomend seizoen is en bloemknoppen een natuurlijke adaptatie. Het komt voor dat mensen in zichzelf keren als reactie op de omgeving die lijkt op een winter, met figuurlijk bar weer. Zou de ontwikkeling dan rustig verder gaan, maar dan aan het oog onttrokken in de hersenkronkels? Zou het leiden tot innerlijke vruchten?
Ik lees een boek over emotionele problemen op scholen en het verhaal van een wijs jongetje met aanpassingsproblemen op school wordt uit de doeken gedaan. Het valt mij op dat het aspect van begaafdheid niet in de analyse voorkomt, terwijl in andere literatuur dit als belangrijkste verklaring voor terugtrekgedrag wordt gegeven. Maar dit terzijde, er wordt niet moraliserend en wel actief accepterend gereageerd op het kind waardoor er lucht ontstaat. Het kind voelt zich door de actieve acceptatie opgelucht en trekt zich minder terug.
Dan komt de lente, de temperatuur stijgt en bloemknoppen springen open en bloesems worden overal zichtbaar. Mensen gaan meer buiten leven, werken in de tuin, wandelen, buiten aan projecten werken. In de klas ontstaat door actieve acceptatie ruimte om anders te zijn en jezelf te laten zien; een lente kan ontstaan als materialen, sfeer, maar vooral de houding van de belangrijke onderwijzer allemaal ruimte geven om handen en voeten te geven aan ontwikkelen. Welke sfeer ik zelf nodig heb om mij ook zichtbaar te durven ontwikkelen?
Wat maakt de omgeving tot een (figuurlijke) lente? Niet een te groot aantal mensen om mij heen, peers – mensen die mij kunnen begrijpen -, op mij toegesneden taken, keuzemogelijkheden, materialen waarbij het creatief denken wordt aangesproken, een onderwijzer of collega die meewerkt aan lente.
Dan blijft het nog spannend zolang de nachtvorst kan toeslaan. Het blijft een tijdlang nodig te zorgen dat de (school-)omgeving gunstig blijft voor de ontwikkeling. Ontwikkeling is een proces en duurt langere tijd. Dit betekent dat het langere tijd achtereen gunstige omstandigheden nodig heeft.
De lente is een vrolijke tijd. De bloesems bloeien en worden druk door bijen bezocht. Gelukkig laat de nachtvorst zich niet zien. Nu is het wachten op de oogst.