Ik denk dat de focus bij het beter omgaan met hoogbegaafden moet liggen op het verschil in belevingswereld. Hb-ers wordt vaak ‘verweten’ dat zij sociaal-emotioneel onvolwassen zijn terwijl naar mijn mening het omgekeerde het geval is. Zij beleven zoveel gevoelens en emoties dat ze deze aanvankelijk niet eens kunnen benoemen. Wat bedoeld wordt, is dat hb-ers zich niet doorsnee gedragen. Weinig geduld voor social talk of ‘gezelligheid’ maar meteen tot de kern van de zaak komen. Zij worden als behoorlijk confronterend ervaren. Volwassen hb-ers proberen daar mee om te gaan. Hb-kinderen kunnen dat niet en worden als onaardig, gevoelloos en asociaal gezien terwijl ze juist zo’n groot hart hebben.
In de huidige onderwijswereld is het nog steeds hoofdzakelijk eenrichtingverkeer. Er is een beweging van docent naar leerling maar andersom gebeurt er nauwelijks iets. Het gaat om reproduceren, niet om inspiratie, kennis en wijsheid. Daarnaast speelt het tempo een grote rol. Hb-ers leren veel sneller, doorzien verbanden veel sneller en zijn sneller teleurgesteld omdat de uitdaging waarop gehoopt was, uitblijft. Als anderen bepalen wat de uitdaging van een hb-er is, gaat het mis.
Als een kind niet gemiddeld is, wordt vrijwel standaard uitgegaan van een achterstand. Er wordt niet of nauwelijks rekening gehouden met een ontwikkelingsvoorsprong waardoor de school totaal niet aansluit op de belevingswereld van het kind.
Welk type onderwijs of welk type activiteit je ook ontwikkelt voor hb-ers: leer hen omgaan met het verschil in die belevingswerelden. Zodat zij niet steeds maar weer het gevoel krijgen zich aan te moeten passen. Om te voorkomen dat ze onnodig op hun ziel worden getrapt, achterdochtig en wantrouwend worden naar de wereld en niet meer zien of voelen dat andere mensen oprecht het beste met hen voorhebben.
Ineke Kouwenhoven