De spagaat van de hoogbegaafde

Dit is mijn antwoord op een vraag van de Kinderombudsman. (in PDF)

Het is belangrijk om eerst te definiëren wie hoogbegaafd is. Ook daar wordt regelmatig verwarring over gezaaid.

Iemand is hoogbegaafd als die scoort bij de top 2% op een standaard intelligentietest. (IQ-test). Het bijbehorende IQ-getal is 132+. Het onderwijs gaat uit van een IQ-getal vanaf 130. Dan kom je uit op een percentage van circa 2,4%.

Samenvatting

Een samenvatting kan zijn dat hoogbegaafde leerlingen, doordat ze in een spagaat moeten functioneren, zeer vatbaar zijn om uitvaller of thuiszitter te worden. En dat aan die spagaat iets te doen is als het ooit eens mag van ouders, onderwijs en samenleving. Er is veel weerstand, ik heb de haat gezien in de ogen van o.a. een wethouder toen ik vertelde wat er nodig was voor hoogbegaafde leerlingen om uit die spagaat te blijven.

 

De definitie definiëert dat 2% van de bevolking hoogbegaafd is. Dat zijn in Nederland zo’n 355.000 mensen van alle leeftijden, afkomst en sociale status. Er zijn evenveel vrouwen als mannen hoogbegaafd. In het basisonderwijs zijn er circa 30.000 hoogbegaafde basisschoolleerlingen en in het voortgezet onderwijs zijn er circa 25.000 leerlingen hoogbegaafd. Dit komt neer op 1 hoogbegaafde leerling per 2 klassen van 25 leerlingen. Een leerkracht heeft dus 50% kans dat hij/zij 1 hoogbegaafde leerling heeft.

Elke hoogbegaafde leerling ontwikkelt zich sneller dan leeftijdsgenoten. Deze ontwikkeling gaat ook steeds sneller waardoor de afstand met de leeftijdsgenoten steeds groter wordt. Een hoogbegaafde leerling kan, mits het die mogelijkheid wordt gegeven, vanaf 4 jaar klaar zijn met de basisschool. Dit is wel een uitzondering, gemiddeld kunnen ze klaar zijn rond de leeftijd van 8 jaar.

Er zijn geen scholen/voorzieningen waar de hoogbegaafde leerling een doorgaande natuurlijke ontwikkeling kan doorlopen. De leerling komt op een basisschool waar het jaarklassensysteem en de methodes vast liggen in de organisatie. En voor 2 tot 5 hoogbegaafde leerlingen per basisschool kan een school ook zelf weinig doen. 

Tegenwoordig zijn er voor circa 15% van de hoogbegaafde leerlingen voltijds hoogbegaafden basisonderwijs maar ook zij kunnen en mogen deze leerlingen niet de noodzakelijke doorgaande ontwikkeling bieden omdat er geen voortgezet onderwijs scholen zijn die met erg jonge leerlingen kunnen en willen werken. Ook zij zitten vast in het jaarklassensysteem, alle leerlingen hebben dezelfde leeftijd en zitten vast aan de methodes die voorhanden zijn. Er zijn ook geen methodes, noch op de basisschool, noch in het voortgezet onderwijs die ruimte bieden aan een doorgaande natuurlijke ontwikkeling voor hoogbegaafde leerlingen.

De hoogbegaafde leerling moet zich dus aanpassen aan school. Het kind voelt zich anders, heeft apart contact met andere leerlingen en weet niet goed waarom er zoveel herhaald moet worden. Maar ook niet waarom andere kinderen nog zoveel niet weten of laten zien dat ze het weten. Want dat doet het hoogbegaafde kind ook vaak. Niet laten zien wat het kan.

En hier begint de spagaat van elke hoogbegaafde leerling. De eigen ontwikkeling past niet in de opgelegde schoolomgeving en de school wenst van leerlingen een positieve schoolhouding en aandacht voor en meewerken met de klas en de leerkracht.Ik noem dit vaak een schoolstandje.

Elk hoogbegaafd kind reageert anders op deze spagaat tussen de eigenheid en het gewenste gedrag. Omgaan met deze frustratie zonder dat je als leerling weet waar het aan ligt maakt dat sommigen het aan zichzelf wijten. Anderen hebben weer allerlei andere aanpassingsmanieren zoals de clown spelen (meestal jongens) of wegvluchten in een eigen wereld en veel uit het raam kijken (vooral meisjes). Maar ook als je wel weet waar het probleem zit waardoor je in een spagaat zit, maakt geen verschil. De spagaat blijft bestaan.

Alle hoogbegaafde leerlingen proberen mee te doen met school, met de klas. Allemaal op hun eigen manier totdat ze het niet meer vol kunnen houden en echt last krijgen van die spagaat. Dit is vaak een aha-moment waarin het verschil zo duidelijk wordt dat ze nooit meer naïef naar de gegeven situatie kunnen kijken en niet meer echt kunnen meedoen met de klas.

Na dat moment en dat kan ook al voorkomen voor de schoolleeftijd binnen het gezin/familie, bouwen ze frustratie op dat zich kan uiten in onhandelbaar gedrag of wegduiken in een eigen wereld. Of ander gedrag dat zich niet laat definiëren omdat het complex en situatieafhankelijk is. Door dit gedrag maken ouder en leerkracht zich zorgen en gaan oplossingen zoeken. De enige juiste oplossing, het mogelijk maken voor het kind om de doorgaande natuurlijke ontwikkeling te volgen, kan niet want daar is geen voorziening voor. Er zijn 200+ hulpverleners/coaches die kinderen, ouders en scholen helpen om het kind terug actief te krijgen in de klas. Hier vindt u een kaart van deze hulpverleners: https://ikbenhoogbegaafd.nl/coaches/

De leerkracht kan niet doorverwijzen en moet wel iets doen om het storende gedrag in zijn/haar klas te laten verstommen. De ouders hebben meestal zelf een schoolhistorie want intelligentie is erfelijk, vooral via moeders kant. Ook zij kunnen niet veel meer dan kijken of een diagnose kan helpen bij het verbeteren van het gedrag van hun kind. Daar zie je dan de hypes voorbij komen zoals een tijd terug de nieuwetijdskinderen, wat later de persoonlijkheidsstoornissen en PDD-NOS, ADHD, ADD, dyslexie, dyscalculie en momenteel is autisme en HSP (Hooggevoelig) de trend. Hoogbegaafd is geen diagnose en daarbij, daar kan en wil school niets mee doen. Wel met de genoemde diagnoses want daar zijn handelingsplannen voor. En anders kunnen ze doorverwijzen naar het speciaal onderwijs.

Als het hoogbegaafde kind succesvol een diagnose krijgt, krijgt het ook een virtuele aai over de bol en positieve aandacht. Het kind kan er niets aan doen, het is beperkt. Dit kan lang goed gaan maar de spagaat blijft. En het label stoort.

Krijgt het hoogbegaafde gefrustreerde kind geen diagnose of werkt het niet mee na de aai over de bol dan is er voor een leerkracht maar 1 manier om zijn klas ‘te redden’. En dat is uitsluiting van deze leerling. Het kind wordt thuiszitter zonder enige steun van school ondanks dat het kind nog ingeschreven is. Meestal zijn dit jongens want zij uiten hun frustratie meestal in irritant gedrag. Plaatsing op andere scholen is moeilijk omdat de situatie van het kind snel de ronde doet en ook wordt opgevraagd door de nieuwe school.

Andere hoogbegaafde leerlingen reageren anders op de gegeven situatie. Zij gaan in rust, sluimeren het leven door, ze overleven. Ze gaan voor zesjes, voor lol en slaap.

Maar er zijn ook hoogbegaafde leerlingen die leren leven met die spagaat. Zij hebben voor het oog geen problemen. Wat ik wel vaak zie is dat dat aha-moment, het moment dat je niet meer naïef kunt voortleven, ergens later in het leven zich voordoet. 

De uitvallers in het onderwijs, je mag verwachten dat een hoogbegaafde leerling gewoon VWO afmaakt en gaat studeren, zijn vaak de leerlingen die voor de zesjes en de lol gaan. Een prima strategie die erg goed werkt totdat je die zesjes niet meer haalt maar steeds meer vijfjes en lager. Dan werkt die strategie niet meer en velen starten wel met een VWO-advies maar eindigen als schooluitvaller en verlaten het onderwijs zonder diploma of eindigen op de MAVO of lager.

De vraag is hoe die verhouding tussen thuiszitters, uitvallers en succesvollere hoogbegaafde leerlingen is. Van de thuiszitters denk ik dat meer dan de helft hoogbegaafd is. Volgens sommigen zijn er 15.000 thuiszitters voor langere of kortere tijd. Van de uitvallers, de glijbaan-leerlingen, zijn er denk ik ook meer dan de helft hoogbegaafd. De aantallen zijn bij mijn weten niet bekend.

Wat opvalt is dat de groep hoogbegaafden haast altijd in drie even grote groepen uiteen valt. Een succesvolle groep, een groep die met wat geluk, hulp en inspanning het redelijk voor elkaar heeft of krijgt en een groep die het niet redt. Dit blijkt ook uit een eigen onderzoek naar het welbevinden van hoogbegaafde leerlingen in het PO en VO. Het onderzoek vindt u hier: https://ikbenhoogbegaafd.nl/resultaten-van-het-onderzoek-naar-het-welbevinden-van-hoogbegaafde-leerlingen-po-en-vo/

Er is nog veel meer te zeggen over de hoogbegaafde leerlingen. Hoe hun karakter een rol speelt ten goede of ten kwade, hoe hun thuissituatie frustratie oplevert of oplost, hoe leerkrachten kunnen reageren op hun eenzame hoogbegaafde leerling, etc.. 

Er zijn concepten van onderwijs waarin de doorgaande natuurlijke ontwikkeling voor hoogbegaafde leerlingen geborgd is. De mijne vindt u hier: https://ikbenhoogbegaafd.nl/top-down-onderwijs/ Helaas mag dit (nog) niet gerealiseerd worden.

4-5-2020, Willem Wind.