Column: Mijn levenslange irritatie

Toen ik een kleine jongen was heb ik mijn moeder eens gevraagd waarom ik nog naar school moest. Haar antwoord was, zoals gebruikelijk, heel eerlijk. Ik moest niet naar school om te leren of om tenminste uit huis te zijn. Nee, ik moest naar school omdat mijn moeder anders een boete kreeg van de leerplichtambtenaar. En zoveel geld verdiende mijn vader niet dus zat er niets anders op dan toch naar school te gaan. Ik wilde niet de reden zijn van onze eventuele toekomstige armoede dus ging ik weer braaf naar school.

Ik werd naar de brugklas HAVO/VWO gestuurd door de directeur van de basisschool. Hij had zeker twijfels maar mijn CITO-score was zo hoog dat hij niet anders kon. Ik moest van lokaal naar lokaal gaan met een groep andere leerlingen en ik kwam er maar niet uit wat de bedoeling hiervan was. Men had het over leren maar ik zag het niet aangeboden worden. Het ging meer om groepsvorming, leerkracht-inwerken en zeg maar klasmanagement alhoewel daar toen wel een ander woord voor was. Na 2,5 jaar ronddolen aldaar vond men het beter mij af te laten glijden. Ik was niet onder de indruk, mijn verwachtingen waren geen.

Ik was handig met mijn handen dus ik werd naar de elektrotechniek Lees verder “Column: Mijn levenslange irritatie”

Wat kan ik doen om andere hoogbegaafden te helpen?

Een simpele vraag eigenlijk maar het heeft wel wat voeten in de aarde. Het is soms moeilijk om een andere hoogbegaafde te helpen als veel mensen kritiek op hem of haar hebben. Of hem of haar zien als te wild en apart. Toch zullen we als hoogbegaafde, andere hoogbegaafden moeten helpen om iets te kunnen doen voor weer andere hoogbegaafden en daarmee ook onszelf en onze (klein)kinderen helpen.

Al heel lang heb ik, veelal onuitgesproken, een aantal punten waardoor je andere hoogbegaafden kunt helpen. Nu is het tijd om dat te beschrijven.

Als je andere hoogbegaafden wilt helpen, dan zijn dit de punten waar je iets mee kunt.

1) Wees open over je eigen hoogbegaafdheid. Dat hoef je niet van de daken te Lees verder “Wat kan ik doen om andere hoogbegaafden te helpen?”

Hoogbegaafd-zijn is geen titel zoals Baron dat wel is

Eigenlijk is alles al gezegd in de titel. Hoogbegaafd ben je als je een IQ-score hebt bij de top 2%, van een grote groep zoals alle Nederlanders.

Er zijn twee manieren om om te gaan met de term ‘hoogbegaafd’. Je kunt deze term zelf invullen met betekenis en vervolgens rondkijken wie daaraan voldoet. Dat doen wetenschappers vaak. Zij ontleden het woord en komen tot conclusies. En ze vergeten even waar het woord vandaan komt. Dat komt wel goed uit want als wetenschapper kun je niets proclameren als je de eerste zin accepteert. Dat is te simpel en je krijgt er geen aandacht mee. Gelukkig voor wetenschappers is er weinig weerwerk tegen het eigen bedenken want die insteek is gebruikelijk voor vele diagnose-ideeën. Zoals autisme of ADHD waarbij de bedenker bepaalt waaraan de autist of ADHD-er moet voldoen. Maar dat werkt niet zo bij hoogbegaafdheid. Dat is al een specifieke groep met een eigen bepaling: de top 2% scoorders op een IQ-test.

Wat de insteek van wetenschappers zou moeten zijn is dit vastzetten en vervolgens kijken wie tot die specifieke groep behoort. Waarbij Lees verder “Hoogbegaafd-zijn is geen titel zoals Baron dat wel is”

De voorwaarden voor zelfstandig leren

Als leerling, van elke leeftijd, kun je zelfstandig leren als er voldaan wordt aan drie voorwaarden. Of het nu gaat om een taal leren of wiskunde, geschiedenis of psychologie, als deze drie voorwaarden constant aanwezig zijn, kan iedereen op zijn of haar niveau het onderwerp leren.

Ten eerste moet duidelijk gemaakt worden WAT er geleerd moet worden. Het heeft geen zin om te zeggen, het is Duits. Wat er geleerd moet worden, moet tot in detail beschreven worden, makkelijk en continue vindbaar zijn en duidelijk omkaderd zijn.

Ten tweede moet de leerling verteld worden HOE het de leerstof kan leren beheersen. Elke leerling heeft een andere manier van leren en dat kan variëren van onderwerp tot Lees verder “De voorwaarden voor zelfstandig leren”

De mythe van de leerkuil

Met enige regelmaat kom ik ‘de leerkuil’ tegen. Het idee daarachter is denk ik, dat het niet erg is als je iets niet direct snapt en/of kunt toepassen. De moraal is dat je iets pas geleerd hebt als je er eerst helemaal niets meer van gesnapt hebt. Vanaf dat punt sta je namelijk pas open voor het echte leren en als je dan doorzet, kom je bij het succes van het begrijpen.

Ik heb er altijd moeite mee gehad. Ergens wist ik dat het niet kon kloppen maar het hoe en wat drong niet tot mij door. Misschien een leerkuil van mij? Zelf denk ik van niet want voor mij was het afstotend. Irritant om er uberhaupt over na te denken. Het klopte zo niet.

Maar ik kom het steeds weer tegen, andere irritante zaken verdwijnen, deze blijft terugkomen. En dan moet ik er wel wat mee en ga ik het eens uit elkaar trekken. In detail bekijken en er een column over schrijven. Lees verder “De mythe van de leerkuil”

Hoogbegaafd, een diagnose of een constatering

Wat me vaak opvalt is dat als iemand hoogbegaafd blijkt te zijn, hij of zij heeft uitzonderlijk hoog gescoord op een IQ-test, hij of zij geacht wordt een bepaald soort type mens te zijn. Dit geldt meer voor kinderen maar ook volwassenen zijn hiervan slachtoffer.

Het type mens, de hoogbegaafde, dat verwacht wordt, is afhankelijk van de omgeving. Op school verwacht men al snel leergierigheid, interesse in alles wat je maar aanbiedt en hoge cijfers voor de reguliere stof. Op het werk verwacht men intelligente oplossingen en daadkracht ten gunste van de winst. Maar ze kunnen zich ook  richten op het emotionele of proberen het hoogbegaafde kind of volwassene aan te laten passen aan ‘het gewone’ zoals gangbaar is in de maatschappij. En dat allemaal lukt bij sommige hoogbegaafden, wat maakt dat dat een bevestiging is van hun (voor)oordeel en ze nog harder inzetten om andere hoogbegaafden hetzelfde te laten doen. Jij bent toch hoogbegaafd? Dan kun je alles! En zo moet je zijn.

Het grote verschil met bijvoorbeeld autisme en hoogbegaafd is dat het eerste geconstateerd wordt vanuit de gedragingen van die mens. Bij bepaald gedrag, die mens voldoet aan een voldoende aantal kenmerken van ‘autist’, volgt de diagnose. Bij de ‘diagnose’ hoogbegaafd telt altijd en alleen de score op een standaard IQ-test. Dit is echt iets anders dan bepaald gedrag Lees verder “Hoogbegaafd, een diagnose of een constatering”

Is de beeldvorming van hoogbegaafden onbetrouwbaarheid?

Het is me al een paar keer overkomen. Ik heb een leuk en openhartig gesprekje met iemand over de telefoon nadat we de zakelijke kant hebben afgewerkt naar ieders tevredenheid. Dan hebben ze nog een neefje die ook hoogbegaafd is of een oom. En dat willen ze toch even kwijt. En soms een oppervlakkige vraag er over met altijd de verwijzing dat het best wel lastig is om hoogbegaafd te zijn. Ik zeg dan meestal dat het erfelijk is en dat verbaast ze wel maar vinden het ook wel weer logisch.

Een leuk gesprekje tot het moment dat ze zich realiseren dat ze waarschijnlijk nu met een hoogbegaafde praten. Dat willen ze dan graag zeker weten en ze vragen of ik ook hooogbegaafd ben. Ik zeg ja. En dan komt er een soort van omslag in het gesprek. Hoogbegaafd zijn blijft wel lastig en zo maar er worden dan meer openhartige en persoonlijke vragen gesteld vanuit een achtergrond van wantrouwen. Eigenlijk willen ze weten of ze niet opgelicht worden en of ik wel de waarheid spreek. Of ik niet aan het manipuleren ben of aan het spelen ben met hun hoofd.

Het is lastig om te zeggen dat je de waarheid spreekt. Of althans mijn Lees verder “Is de beeldvorming van hoogbegaafden onbetrouwbaarheid?”

Wie is hoogbegaafd?

De laatste tijd, waarschijnlijk vanwege de vakantie, lees ik steeds meer rare berichten over wie wel en wie niet hoogbegaafd zou zijn. Dat een intelligentietest niet zozeer intelligentie test en zo meer van die rariteiten. Voor mij een mooie aanleiding om een column te schrijven over dit rare fenomeen dat telkens weer opduikt en ook zelfs gewaardeerd wordt door sommigen.

Hoogbegaafd is net als laagbegaafd, een term die voortkomt uit de ontwikkeling van de intelligentietest. Het simpelste is dus om iedereen die het past, het label ‘hoogbegaafd’ mee te geven. Wil je weten wat hoogbegaafd-zijn is dan kijk je naar de groep met dat label en je weet wat hoogbegaafd-zijn is.

Zo simpel is het niet. De doelgroep houdt niet van simpel maar van nadenken en dan kun je alle kanten op. Je kunt ook redeneren van een eigen idee wat een hoogbegaafde zou moeten zijn. Vaak is dat dan wel een verbeterde versie van wie jezelf denkt te zijn. En vooruit, soms wordt de Lees verder “Wie is hoogbegaafd?”

Column: De tweede bovenkamer.

Het rommelt. Niet alleen dat het onweert. Maar het rommelt in mijn bovenkamer. Volgens mij heb ik er meerdere. Ik weet sinds kort. He ik wil de term niet noemen. Ik begin enorm te stotteren. Ik ben hoogbegaafd. En ernstig hoog gevoelig. Jarenlang heb ik in de eerste bovenkamer gewoond. En lieve lezer dat was gewis geen pretje. U zult vast een beetje schrikken. Ik ben betiteld als zwaar gestoord. Door psychiaters. Dat zijn lieve lezer geen prettige mensen als je naar de tweede bovenkamer wil. Ik heb 10 keer in een separeer cel gezeten. Ach ik zal u de details besparen.
Het rommelt. Mijn gedachten gaan razendsnel. Ik verveel me snel. En ik spring van de hak op de tak. Het liefst doe ik 4 dingen tegelijk. Ja ik ben eindelijk in de tweede bovenkamer. Maar een nieuwe strijd barst los. Help ik ben hoogbegaafd. Even een tandje terug. Ik voel me eenzaam op deze prachtige planeet. Niemand die me begrijpt. Sinds kort. Toen kwam ik via via in contact met een man die hoogbegaafd was. Die heeft me gebracht in de tweede bovenkamer. Een nieuwe wereld ging open. Puzzelstukjes vielen op zijn plaats. Ik heb op mijn 20e heftige spirituele ervaringen gehad. En dan bedoel ik ook heftig. Dit gecombineerd met mijn gevoelige geest. En de enorme opslag capaciteit. Ik ben nu 34 jaar oud. En ik doe mijn masker af. Ja waarom niet? Face off. Dat is een goede film dacht ik.
Ik kan mijn verhaal uitbreiden met een boekwerk van 10 delen. Maar dat doe ik niet. Ik hoop dat er een punt van herkenning voor u tussen zat.
Met vriendelijke groet,
Gerben.

Scratch!

Liesbeth van Damme

Scratch, een programma speciaal voor kinderen en jongeren om te leren programmeren. Je kunt je eigen interactieve verhalen, spellen en animaties maken. Echt iets voor een plusklas dus. In Groot-Brittannië is het al een vast onderdeel op het lesrooster. Scratch zelf omschrijft het als volgt: ‘Scratch helpt jonge mensen creatief te leren denken, systematisch te redeneren en samen te leren werken; essentiële vaardigheden voor het leven in de 21ste eeuw’. Nadat ik bij een andere plusklas heb meegekeken terwijl zij meerdere gastlessen kregen over dit programma, dacht ik dat ik wel genoeg had gezien en gedaan om de kinderen bij mij in de klas Scratch te introduceren.
Uiteraard waren de kinderen meteen enthousiast. Als een welopgeleide leerkracht begin ik netjes met het introduceren van de verschillende stappen van het programma. Maar al snel hoor ik: ‘mogen we nou zelf, wanneer mogen wij?’. Oké, top-down dan maar: ‘na de meivakantie hebben jullie allemaal een eigen spel gemaakt met Scratch!’. Wat ontzettend gaaf om te zien hoe snel de kinderen het programma onder de knie hebben. En wat een betrokkenheid. Wanneer ik de vraag krijg van een leerling over iets wat bij haar niet helemaal lukt, geef ik eerlijk toe dat ook ik nog niet alles weet. ‘Oh, wacht maar juf, ik weet dat wel, laat mij maar’, hoor ik een jongen zeggen. Een beetje beschaamd over mijn tekortkomingen laat ik het hem uitleggen. Een andere jongen helpt ook mee en binnen de kortste keren is het probleem opgelost. Nou, met dat samenwerken zit het wel snor.
Een week later hebben sommige leerlingen al een heel spel in elkaar gezet. Natuurlijk nog wel wat schoonheidsfoutjes hier en daar maar wat een geweldig resultaat. De kinderen zo gemotiveerd en enthousiast te zien, geeft me een warm gevoel. Hopelijk zien de ouders dit ook zo en krijg ik geen vervelende reacties over dat hun kind nu alleen nog maar meer achter de pc zit. Maar zeg nou zelf, deze kinderen zijn toch de toekomst? Over vijf jaar maken ze geen rijtjes rekensommen meer maar maken ze een heel eigen rekenspel waarbij zijzelf én andere kinderen op een leuke manier leren te rekenen. Win-win dus. Maar wat ben ik blij dat ik in mijn plusklas de tijd en ruimte heb om de kinderen zo’n programma te laten ontdekken. Ik kan alleen maar hopen dat de basisscholen en middelbare scholen ook snel inzien dat we echt grote stappen moeten maken als het gaat om onderwijs in de 21ste eeuw.

Columnist: Liesbeth van Damme – Specialist hoogbegaafdheid – Leerkracht bovenschoolse plusklas –Liesbethvdamme@hotmail.com –@LiesbethvDamme – 6 jaar ervaring met de plusklas – is zelf niet hoogbegaafd

Column: Laat ze gewoon een toren van spaghetti maken!

Liesbeth van Damme

Oh help! ‘Geen budget om leuk materiaal te kopen voor in de plusklas of om die interessante gastspreker te laten komen en hoe kunnen we nou het creatieve denkvermogen van die kinderen aanspreken? Voor spelling is er helemaal geen verrijking!’ Regelmatig krijg ik dit te horen van leerkrachten en ook zelf heb ik het mogen ervaren. Als er één ding is wat ik geleerd heb de afgelopen jaren als leerkracht van de plusklas, dan is het creatief zijn. Toen ik net van de Pabo kwam, moest ik er niet aan denken de methodes los te laten. Lekker alles braaf volgens het boekje doen. Tegenwoordig krijg ik de kriebels van zulke leerkrachten. Een dure gastspreker kan ook een ouder van één van de kinderen zijn die een interessant beroep heeft. En materiaal hoeft niet duur te zijn. Kijk eens wat je allemaal kan met bijvoorbeeld spaghetti en marshmallows. Opdracht: bouw een zo hoog mogelijke toren. De kinderen weten niet hoe snel ze moeten beginnen. Daarnaast is het een opdracht die jong tot oud kan uitvoeren. Van kleuters tot op de middelbare school. Op Youtube zijn ontzettend veel filmpjes te vinden van gemaakte kunstwerken met alleen spaghetti als hoofdonderdeel.

Knikkerbanen maken van schoenendozen en wc-rolletjes en bruggen van papier en satéprikkers zijn ook mooie voorbeelden. En laat de kinderen maar eens een uur de meest moeilijke vliegtuigjes vouwen. Betrokkenheid alom. Het feit is dat wanneer je een ‘open’ opdracht geeft, het creatieve denkvermogen meteen gaat werken. En het fijne is dat je deze opdrachten door alle leerlingen kunt laten uitvoeren. De hoogbegaafde leerling gaat meteen aan de slag zodra hij/zij het doel van de opdracht weet (top-down) en de minder begaafde leerling heeft iets meer instructie nodig. Op deze manier zullen er een hoop verschillende resultaten verschijnen. Laat ze maar eens nadenken over hun eigen droomschool of het ontwerpen van een hotel speciaal voor kinderen.
Natuurlijk begrijp ik dat zo’n creatieve (techniek)opdracht niet altijd als verrijking voor een reken- en/of taalles kan dienen. Maar ook met deze vakken kan er creatief worden omgegaan. Bijvoorbeeld spelling, hartstikke saai natuurlijk. Goed, wat dacht je van een eigen woordzoeker of kruiswoordraadsel laten maken van de woorden van de week? Of laat de leerling een zelfgekozen interessant artikel uit de krant of tijdschrift meenemen en daarin zelf moeilijke woorden zoeken. En het ontwerpen van een leerhulpmiddel m.b.t. de werkwoordsspelling voor kinderen die hier juist moeite mee hebben, is misschien ook een idee. Uiteindelijk word je steeds handiger in het bedenken van creatieve opdrachten. Inmiddels heb ik in mijn plusklas aardig wat kant- en klare (open) opdrachten in de kast liggen. Wat erg prettig is want iedere week iets nieuws bedenken, breekt op een gegeven moment ook op. Dan denk ik pfff…. wat zal ik nu weer eens met de kinderen doen? En heel af en toe droom ik dan weer over de tijd waarbij ik gewoon heerlijk een methode uit de kast kan pakken. Heel eventjes maar……

Columnist: Liesbeth van Damme – Specialist hoogbegaafdheid – Leerkracht bovenschoolse plusklas –Liesbethvdamme@hotmail.com –@LiesbethvDamme – 6 jaar ervaring met de plusklas – is zelf niet hoogbegaafd

Verhalen uit een plusklas: de Klaagmuur

Liesbeth van Damme

De Klaagmuur in Jeruzalem. Ik ben er nog nooit geweest en ik begrijp dat het een heilige plek is waar mensen komen bidden, dankbaar zijn maar ook klagen en treuren. Ieder jaar weer, tijdens de gesprekken met de ouders van mijn leerlingen, denk ik dat ik toch echt heel dicht in de buurt kom van hoe die Klaagmuur zich moet voelen. In de Plusklas gaat het allemaal zo ontzettend goed met hun kind, dit is echt wat ze nodig hebben. Maar de reguliere school waar hun kind doorgaans nog vier dagen per week moet doorbrengen, voldoet in niets aan de onderwijsbehoeften van hun zoon of dochter. Aldus de ouders. En ergens hebben ze wel gelijk.
In Nederland zijn we gewend die kinderen die net niet helemaal mee kunnen met het gemiddelde niveau of erger nog compleet uitvallen, dusdanig te helpen dat met veel trekken en duwen deze kinderen toch over kunnen naar de volgende groep. Die enkele meer- of hoogbegaafde leerling in de klas heeft gewoon een luxeprobleem en die redt het toch wel. Helaas… vaak is het tegendeel waar. De wat zwakkere leerling gaat uiteindelijk toch wel dat beroep uitoefenen wat ze kunnen en willen. Ze weten wat het is om hard te moeten werken en dit helpt hun de nodige opleiding(en) te halen. Bij de hoogbegaafde leerling komt het jammer genoeg erg vaak voor dat ze wegens onderpresteren ergens belanden wat onder hun niveau is. Dit onderpresteren moet zo vroeg mogelijk in de onderwijsloopbaan worden voorkomen. Genoeg werk te doen dus op de basisschool. Gelukkig wordt er tegenwoordig al heel veel gedaan. De basisstof wordt gecompact (verminderd) en verrijkingsopdrachten komen in de plaats. Daarnaast zijn er natuurlijk nog de plusklassen maar ook fulltime onderwijs voor hoogbegaafde kinderen komt steeds vaker voor. Uiteraard zijn over dit laatste ook de meningen verdeeld als je kijkt naar de Wet passend onderwijs.
Toch blijven ouders klagen. ‘Er wordt te weinig aangeboden op school, mijn kind blijft zich vervelen, ze houden zich niet aan hun beloften, de leerkracht van vorig jaar deed het zo goed maar die van dit jaar….’ en ga zo maar door. Deze klaagmuur hoort het allemaal aan. Enigszins geïrriteerd, ‘kunnen we het gewoon over uw kind in de plusklas hebben? Daarvoor bent u tenslotte hier’. Ik ben ook erg teleurgesteld in de scholen. Al meerdere keren heb ik advies en goede voorbeelden gegeven en vooral ook toegelicht waarom het zo belangrijk is voor deze kinderen om ze uit te dagen. Toch blijft het echt leerkrachtafhankelijk. De ene leerkracht pakt het hartstikke goed op en haalt alles uit de kast. De ander weet niet hoe het moet, wil het ook niet weten en gaat weer lekker verder met het geven van klassikale lessen en het remediëren van de minder begaafde leerling.
Als ik na de oudergesprekken vermoeid thuiskom, besef ik dat hoewel we aardig op weg zijn, we toch nog echt een lange weg voor ons hebben als het gaat om onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen.

Columnist: Liesbeth van Damme – Specialist hoogbegaafdheid – Leerkracht bovenschoolse plusklas – Liesbethvdamme@hotmail.com –@LiesbethvDamme – 6 jaar ervaring met de plusklas – is zelf niet hoogbegaafd

Column: Communiceren als een oplichter

Als hoogbegaafde en bij weinig activiteit om me heen, merk ik dat mijn communicatie graag zo precies mogelijk uitvoer. Met veel bijzinnen, bijvoeglijke naamwoorden en gebruik van woorden die dan meer de perfectie benaderen die ik graag heb in mijn communicatie. Indachtig natuurlijk het kinderspel van de kring waarin een boodschap rond gefluisterd wordt, weet ik dat communicatie slijt in al de stappen die het moet doen om bij de ander in het hoofd te geraken. De eerste en tweede stap heb ik onder controle, mijn verwoording van mijn gedachten en beelden en hoe ik die in samenspraak met mijn lichaam, (80% is lichaamstaal) ten gehore breng. Hier vergeet ik even de context van omstandigheden, de situatie en mijn gehoor(welke gemoedstoestand en bv. kennisniveau hebben die?) waar ik natuurlijk ook enige controle over heb. Neem ik dit allemaal mee dan is de boodschap, zoals ik vaak merk, alleen nog duidelijk voor wie me kent en voor wie de snelheid heeft om de nuances daar te plaatsen waar ik ze bedoel. Of in ieder geval de nuances zien als wat ze zijn.

Mijn conclusie is dan ook dat ik het beste communiceer als ik het druk heb, Lees verder “Column: Communiceren als een oplichter”

Verhalen uit een plusklas: de bananenschil

Liesbeth van Damme

Wanneer een leerling tijdens het fruit eten naar me toe loopt, een bananenschil omhoog houdt en me vraagt ‘wat moet ik hiermee doen?’, vraag ik mezelf toch echt wel eens af hoe het kan dat sommige leerlingen in een plusklas terecht zijn gekomen. Tegen beter weten in, want ik weet ze nemen ALLES letterlijk, zeg ik dat misschien zijn broekzak een mooi plekje is. Ik loop weg om een discussie tussen twee andere leerlingen over wat belangrijker is, je hersenen of je hart, te volgen. Toch kan ik het niet laten nog even om te kijken en wanneer hij het laatste stukje banaan in zijn broekzak propt, moet ik lachen. Inmiddels werk ik 6 jaar met hoogbegaafde kinderen en denk ik alles gezien te hebben maar nee hoor, iedere keer weer word ik weer verrast.
De kinderen zitten in groep 4-5-6 van de basisschool en komen één ochtend in de week in mijn plusklas om ontwikkelingsgelijken (peers) te ontmoeten en uitdagende opdrachten en activiteiten aan te gaan. Afgelopen weken hebben we gewerkt aan het project ‘architectuur’. Vandaag zijn de presentaties waarbij de ouders en sommige leerkrachten aanwezig mogen zijn. En ook na 6 jaar ben ik nog steeds zenuwachtig. Ik heb geprobeerd alles uit de kast te halen om op zoveel mogelijk manieren de kinderen van alles bij te brengen over architectuur. Alle afleveringen van ‘Het Klokhuis bouwt’ met ze gekeken, de bieb leeggeroofd en zelfs een echte architect over de vloer. De kids hebben op hun manier een deelonderwerp verwerkt tot een presentatie. Ik was hartstikke enthousiast, tot vorige week…. Toen lieten de kinderen tijdens een oefenpresentatie aan mij en elkaar zien wat ze hadden gemaakt. Oh jee, is dit wat ze de afgelopen tijd hebben gedaan? En dat gaan ze volgende week aan de ouders presenteren? Waar ben ik al die tijd geweest? Na een stormloop van kritische woorden, verbeterpunten, tips en gelukkig ook nog een aantal tops zegt één van de leerlingen tegen mij: ‘maar juf, we hebben toch nog een hele week?’ En dan weet ik het weer. Voorgaande presentaties is het ook altijd goed gekomen. Plannen kunnen deze kinderen niet. Wanneer het er echt op aankomt zetten ze iets fantastisch in elkaar.
Na het fruit eten, geven mijn leerlingen als geboren sprekers, alsof ze wekelijks voor honderd mensen staan, stuk voor stuk prachtige presentaties. En als de jongen waarbij het stukje bananenschil nog uit zijn broekzak hangt aan de beurt is, denk ik ja hoor… ik ben wéér verrast.

Columnist: Liesbeth van Damme – Specialist hoogbegaafdheid – Leerkracht bovenschoolse plusklas – Liesbethvdamme@hotmail.com – @LiesbethvDamme – 6 jaar ervaring met de plusklas – is zelf niet hoogbegaafd

Column van Tonko, 8/8

143. COLUMN HOOGBEGAAFDHEID (VIII – Slot), ACHTLUIK OVER PRIVÉLEVEN VAN TONKO (KINDEREN, FRUSTRATIE WERK/ONTSLAGEN, LINK MET HOOGBEGAAFDHEID), FILOSOFISCHE SERIE DENKEN DOORZIEN (NRT), EINSTEINS RELATIVITEIT VAN TIJD, LEUK GEVARIEERD WERK (?), HOOGBEGAAFDHEIDSTRATEGIEËN IN WERK: Yes, ik ga het weer redden!
Om verschillende redenen wijd ik nu een aantal columns aan het onderwerp hoogbegaafdheid en de link met mijn privéleven. Het zijn verhalen die ik altijd al van plan was op een dag te gaan opschrijven. Nu er echter een directe aanleiding is (zie columns 141, 142 en 143), maak ik meteen van de gelegenheid gebruik om het allemaal in een keer te vertellen.

De relativiteit van tijd
In een aflevering van de filosofische televisieserie van de NRT “Denken Doorzien” over het onderwerp tijd vertelt een Zweedse sociaal filosoof dat een personage Dunbar uit de absurdistische debuutroman “Catch 22” uit 1961 van de Amerikaanse schrijver Joseph Heller zijn leven probeert te “verlengen” door een zo saai mogelijk leven te leiden. De reden dat Dunbar ervoor kiest om zich de hele dag te vervelen door niks anders te doen dan op zijn bed te liggen niksen, komt voort uit zijn overtuiging dat zodra hij iets Lees verder “Column van Tonko, 8/8”

Column van TonKo, 7/8

142. COLUMN HOOGBEGAAFDHEID (VII), ACHTLUIK OVER PRIVÉLEVEN VAN TONKO (KINDEREN, FRUSTRATIE WERK/ONTSLAGEN, LINK MET HOOGBEGAAFDHEID), TELEMARKETING / CALLCENTERS, DEFINITIE VERKOOP, LIEGEN EN OVERDRIJVEN, DE GUNFACTOR, INLEVEN, ROL VAN TOEVAL: God, wat verrassend; hoe zou dat nou komen?
Om verschillende redenen wijd ik nu een aantal columns aan het onderwerp hoogbegaafdheid en de link met mijn privéleven. Het zijn verhalen die ik altijd al van plan was op een dag te gaan opschrijven. Nu er echter een directe aanleiding is (zie columns 141, 142 en 143), maak ik meteen van de gelegenheid gebruik om het allemaal in een keer te vertellen.

Het begrip verkopen
Omdat alle nadelen gelukkig ook hun voordelen hebben, bracht het callcenterwerk wel tot stand dat het me aan het denken zette over het onderwerp verkopen en wat dat precies inhoudt. Ik weet van mezelf dat ik absoluut geen commercieel type ben en dus allesbehalve een verkoper, maar dan nog heb je verkopen en verkopen.
Bij het eerste soort verkoopt de verkoper in een winkel producten waar klanten op afkomen die er interesse in hebben. Iets waar ik geen enkel bezwaar tegen heb. Dit echter in tegenstelling tot het tweede soort verkopen waarbij de kopers niet naar de verkoper toe komen maar de verkoper zich ongevraagd bij hen meldt, op straat, huis-aan-huis of telefonisch. Dat Lees verder “Column van TonKo, 7/8”

Column van TonKo, 6/8

141. COLUMN HOOGBEGAAFDHEID (VI), ACHTLUIK OVER PRIVÉLEVEN VAN TONKO (KINDEREN, FRUSTRATIE WERK/ONTSLAGEN, LINK MET HOOGBEGAAFDHEID), TELEMARKETING / CALLCENTERS, AFWIJZINGEN, WERK DAT INDRUIST TEGEN PRINCIPES: Jezus, baal jij nou niet ontzettend van je werk?
Om verschillende redenen wijd ik nu een aantal columns aan het onderwerp hoogbegaafdheid en de link met mijn privéleven. Het zijn verhalen die ik altijd al van plan was op een dag te gaan opschrijven. Nu er echter een directe aanleiding is (zie columns 141, 142 en 143), maak ik meteen van de gelegenheid gebruik om het allemaal in een keer te vertellen.

Ontslag
De directe aanleiding om over hoogbegaafdheid te schrijven, komt voort uit mijn frustratie over het feit dat ik twee weken geleden voor de zoveelste keer ontslagen ben. De telling houd ik niet meer bij. Ik weet wel dat ik altijd twee soorten banen heb gehad: het soort dat sowieso van tijdelijke aard was (uitzendwerk) en het soort dat expliciet voor mij van tijdelijke aard bleek te zijn omdat ze mij vroeg of laat blijkbaar te lastig en te kritisch vonden.
Al was dit gelukkig de eerste “baan” waarvoor ik gewoon gewipt ben omdat ik veel te slecht was. Voor solliciteren heb ik een vergelijkbare statistiek: Lees verder “Column van TonKo, 6/8”

Column van TonKo, 5/8

140. COLUMN HOOGBEGAAFDHEID (V), ACHTLUIK OVER PRIVÉLEVEN VAN TONKO (KINDEREN, FRUSTRATIE WERK/ONTSLAGEN, LINK MET HOOGBEGAAFDHEID), WORSTELEN MET JEZELF, SCHEIDING, EMPATHIE OF GEEN EMPATHIE, GESLOTEN OF OPEN, AUTIST OF GEEN AUTIST, STOORNIS OF GEEN STOORNIS: “Er is wel iets met jou aan de hand”
Om verschillende redenen wijd ik nu een aantal columns aan het onderwerp hoogbegaafdheid en de link met mijn privéleven. Het zijn verhalen die ik altijd al van plan was op een dag te gaan opschrijven. Nu er echter een directe aanleiding is (zie columns 141, 142 en 143), maak ik meteen van de gelegenheid gebruik om het allemaal in een keer te vertellen.

Niet empathisch?
Jarenlang heb ik met name doordat mijn (ex) vrouw en haar moeder dat bij mij vermoedden, gedacht dat ik niet empathisch was en dus ook wellicht een of andere vorm van autisme had. Gebrek aan empathie is tenslotte dé overeenkomst tussen alle autistische varianten die er bestaan.
Maar in de loop der tijd ben ik daar toch eens goed over gaan nadenken. Stom dat ik dat trouwens nooit eerder deed, want zo ingewikkeld is dat natuurlijk niet: je definieert de term “empathisch”, je kijkt wat de kenmerken ervan zijn en je onderzoekt of en in hoeverre je die bij jezelf herkent. Lees verder “Column van TonKo, 5/8”

Column van TonKo, 4/8

138. COLUMN HOOGBEGAAFDHEID (DEEL IV), ACHTLUIK OVER PRIVÉLEVEN VAN TONKO (KINDEREN, FRUSTRATIE WERK/ONTSLAGEN, LINK MET HOOGBEGAAFDHEID): You’ve got to be kidding me!
Om verschillende redenen wijd ik nu een aantal columns aan het onderwerp hoogbegaafdheid en de link met mijn privéleven. Het zijn verhalen die ik altijd al van plan was op een dag te gaan opschrijven. Nu er echter een directe aanleiding is (zie columns 141, 142 en 143), maak ik meteen van de gelegenheid gebruik om het allemaal in een keer te vertellen.

Verkeerde hokjes
De poging van het instituut om mijn zoon persé in een hokje te willen plaatsen wat achteraf alleen niet de juiste bleek te zijn, is iets waarvan ik durf te wedden dat dat ontzettend vaak voorkomt in Nederland. Ik had alleen geluk dat ik kritisch meedacht en mijn vraagtekens zette en dus een second opinion aanvroeg, maar heel veel andere ouders hebben dat geluk natuurlijk niet. Eenvoudigweg omdat zij minder mondig, kritisch of slim zijn of gewoon teveel ontzag voor autoriteit tonen waardoor ze opkijken tegen alles wat maar een witte jas aanheeft. Met als gevolg dat deze witte jassen hen alles kunnen wijsmaken wat ze maar willen.
Ik wil niet weten hoeveel kinderen er op dit moment in Nederland rondlopen die doodongelukkig zijn omdat zij (en hun ouders) niet beseffen dat ze in een heel verkeerd hokje zijn geduwd. Met als vervelend gevolg dat ze momenteel de verkeerde behandelingen ondergaan en misschien zelfs Lees verder “Column van TonKo, 4/8”

Column van TonKo, 3/8

137. COLUMN HOOGBEGAAFDHEID (DEEL III), ACHTLUIK OVER PRIVÉLEVEN VAN TONKO (KINDEREN, FRUSTRATIE WERK/ONTSLAGEN, LINK MET HOOGBEGAAFDHEID), OVER HULPVERLENERS DIE MENSEN IN HOKJES WILLEN STOPPEN EN DAARBIJ ONVERMIJDELIJK FOUTEN MAKEN : “Uw zoon heeft helemaal geen MCDD”
Om verschillende redenen wijd ik nu een aantal columns aan het onderwerp hoogbegaafdheid en de link met mijn privéleven. Het zijn verhalen die ik altijd al van plan was op een dag te gaan opschrijven. Nu er echter een directe aanleiding is (zie columns 141, 142 en 143), maak ik meteen van de gelegenheid gebruik om het allemaal in een keer te vertellen.

Afwijkend en eigenaardig gedrag
Toch is het begrip hoogbegaafd daarna niet uit mijn leven verdwenen. Vroeg of laat dook het wel weer op.
Om met laat te beginnen: toen mijn zoons zo tussen de negen en twaalf jaar oud waren, bleken veel van hun vriendjes hoogbegaafd te zijn. Toeval? Of gewoon een kwestie van soort zoekt, en vindt, soort? Ik weet nog dat mijn oudste zoon na zijn slechte jaren op de basisschool met weinig vriendjes in de eerste (HAVO/VWO) klas eindelijk een goede klik met een jongen bleek te hebben. Bij de eerste ouderavond sprak ik eventjes met de vader van die knul die mij vertelde dat zijn zoon op de basisschool diverse problemen had gehad waarna uit een test was gebleken dat hij hoogbegaafd was. Overigens ging deze jongen later niet naar VWO maar naar de HAVO om aan te geven dat lang niet alle hoogbegaafden VWO of gymnasium doen.
Lees verder “Column van TonKo, 3/8”