Acrobatische sprongen in je hoofd!

Wilma van Galen.

Barsten, breken, dansen, dartelen, detoneren, exploderen, huppelen, joepen, kaatsen, klappen, kloven, knallen, knappen, losbarsten, ontploffen, openbarsten, opwellen, ploffen, rollebollen, rondfladderen, scheuren, spelen, splijten, trappelen, uit elkaar spatten, uit zijn vel springen, uitbarsten, uiteenbarsten, uiteenspringen en wippen, zijn woorden die een relatie hebben met het woord ‘springen’.

Springen is wat slimmeriken doen.

We barsten van energie en breken af op domheid. We dansen en huppelen van verwondering en dartelen door het gras omdat het zo lekker ruikt. Soms exploderen we; springen uit één, barsten uit elkaar van ergernis over alle traagheid en joepen en wippen met onze stoel van verveling. We spelen met ideeën die in ons opwellen en laten ze rondfladderen en rollebollen in ons brein. We trappelen van genoegen; knappen, splijten, ploffen, klappen bijna uiteen wanneer onze geest voedsel krijgt. We kloven aan ons gedachtengoed en blijven detoneren met dat van de meeste mensen. Soms dreigen we uit elkaar te spatten, uit ons vel te springen of barsten we werkelijk uiteen wanneer iemand weer de scheuren in ons zijn aanraakt. We kunnen verbaal knallen, een lullige opmerking terug kaatsen, ontploffen en losbarsten van woede en ons rugzak open laten barsten.

Volgens de van Dale betekent ‘springen’:

sprin·gen (werkwoord; sprong, heeft, is gesprongen) 1 zich losmaken van de grond door zich met de voeten af te zetten: staan te springen vol ongeduld klaarstaan voor iets; ergens om zitten te springen iets dringend nodig hebben 2 (van vloeistoffen) uit- of opgeworpen worden: tranen sprongen hem in de ogen 3 met een ruk uiteengedreven worden; barsten, breken: een mijn laten springen 4 failliet gaan: de bank laten springen.

DENKSPRONGEN

De manier van springen waar ik het over wil heb lijkt zowel niet in de lijst met synoniemen voor te komen als bij de betekenis van het woord ‘springen’. Weinig vreemd aangezien ik het over denksprongen wil hebben; over iets omvatten waar een ander veel eerder stapsgewijs doorheen moet. Al heeft het wel enige correlatie met ‘ongeduld’ aangezien je regelmatig moet wachten totdat de ander aangekomen is waar jij met een enkele sprong al bent. –als de ander überhaupt aankomt-

GEESTELIJKE ACROBATIEK

Je kunt het ook ‘geestelijke acrobatiek’ noemen. De ene mens is wat houterig en verplaatst zich in de regel via zijn voeten. Een volgende lukt het nog wel om de voeten van de vloer te krijgen voor een koprol of kan een sierlijk vogelnestje maken. Een derde doet nog iets meer maar er zijn ook mensen die dusdanig lening en behendig zijn dat ze de meest vreemde capriolen op de mat en in de lucht uit kunnen voeren.

Wellicht is die term ‘geestelijke acrobatiek’ nog wel treffender dan springen want bij een sprong, spring je nog steeds van a naar b (je kunt onmogelijk tegelijkertijd twee kanten opspringen) en bij acrobatiek kunnen de vier ledematen toch echt allemaal een verschillende kant opgaan. Die aanleg in lenigheid & coördinatie heb je of heb je niet en kan je wel of niet uitbouwen.

Een acrobatische geest gaat even goed verschillende kanten op. Het denkproces van een slimmerik gaat vaak sneller en door de hoeveelheid aan kennis die ontstaan is door de oeverloze nieuwsgierigheid in combinatie met een goed geheugen heeft hij meer vaatjes om uit te tappen en zaken te combineren. En een hoogbegaafde ordent zijn kennis anders en past het op een andere manier toe. Iets waarmee ik weer iets uit kom op ‘slim zijn is leuk, mits je slim doet!’

Wat heb je aan slim zijn tenslotte als je er niets mee doet? Het negeert, je aanpast, gaat onderpresteren totdat je een verbleekte versie van jezelf bent? Alsof je nog geen eens in staat bent om een koprol te maken terwijl je het talent heb om aan één hand aan de trapeze te hangen; met je ene been in je nek en je andere been horizontaal.

Mooi bedacht (deels zelf en ondersteund vanuit de literatuur over hoogbegaafdheid) maar bovenstaande geeft mij nog steeds geen bevredigend antwoord op wat ‘hoogbegaafd denken’ is. Abstract denken, top-down denken, associatief denken en beelddenken zijn treffende termen maar het blijven abstracte termen.

INTUÏTIEF DENKEN

Persoonlijk denk ik dat hoogbegaafdheid denken in essentie te maken heeft met wat we noemen ‘beelddenken’. Een slecht gekozen woord omdat het een concreet begrip lijkt terwijl het een abstract is. Beelden gaan veel te snel om gezien te worden. Is het slim om iets wat je niet kunt aanschouwen, beeld-denken te noemen? Beelddenken is intuïtief denken waarbij kennis razendsnel door je brein gaat en verwerkt wordt. Je kunt wel beelden zien maar dat is weer een tragere vorm; een eerste aanzet tot echt intuïtief denken. Intuïtief als zijnde, niet echt bewust.

ONDERSTEBOVEN, BINNENSTEBUITEN, ACHTERSTEVOREN

Ook mooi bedacht maar ook bovenstaande is nou niet bepaald concreet te noemen. Ik kan het niet pakken, aanraken of opeten. Hoogbegaafd denken is niet concreet te beschrijven zonder 101 voorbeelden. De uitingsvorm kunnen we -voor zover ons oog reikt!- zien. Of je acrobatische geest in staat is om op eigen unieke wijze aan een stokje op kop in de lucht te hangen en je na een aanloop kan nemen voor een handstand die overgaat in een koprol en eindigt in een spagaat.

Wilma van Galen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *