Zijn wij peuters?

Een andere kijk geeft nogal eens verrassende inzichten. Het schoot me weer te binnen dat je groepen mensen kunt bekijken als ware het één persoon. En dat is natuurlijk prima geschikt voor een column.

Als ik kijk naar de Nederlander als één persoon, dan zie ik een iemand die tegen de pensioenleeftijd aanloopt. Zo rond de 65 jaar, denkend aan wat hij gaat doen na zijn werkzame leven. Veranderingen liggen hem niet meer zo, hij wil rust en op een plezierige wijze zijn leven uitleven.

De groep vrouwen zie ik als een persoon in de leeftijd van 16 tot 20 jaar. Volwassen worden is niet sexy en jeugdig en daardoor blijft die groep dwalen in de jong-volwassen leeftijd. De emancipatie ten spijt. En gelet op de ‘Nederlander’-persoon, duidelijk een man, is er ook weinig plek voor een volwassen ‘vrouw’-persoon. Of de vrouwen volwassen willen of moeten worden is aan hun. De vraag is of zij de tol willen betalen.

Een andere groep zijn de homoseksuelen. Zij zijn opgegroeid tot volwassenen, ergens eind 20. Het sexy en jeugdige hebben ze wat achter zich gelaten en worden serieuzer. Ze willen veel en zijn bereid daarvoor te werken en ook geduld te hebben. Hun toekomst ligt open en ze zijn meer dan bereid om daar vorm aan te geven. Als groep hebben ze ook geen baat bij sexy-zijn of jeugdig.

Een volgende groep zijn de hoogbegaafden. Hen zie ik als kleuters. Het ikke-doen wat kleuters karakteriseert, viert hoogtij. Samenwerken behoort nog niet tot de mogelijkheden van de kleuter. Een paar minuten samen spelen kan nog, natuurlijk.. En ook een andere eigenschap van de kleuter is duidelijk herkenbaar. Eigenlijk doet hij zelf niets verkeerd. Als een glas omvalt dan kan dat niet aan de kleuter liggen. “Het viel zomaar om…!” Een kleuter bekijkt de wereld als observator zonder zijn eigen inbreng er bij te betrekken. Dat is wel logisch omdat anders de variaties teveel kunnen worden want alles is nog nieuw voor een kleuter.

Zou dit ook de oorzaak zijn dat veel mensen wat lacherig doen als je het hebt over hoogbegaafden? Dat ze niet echt serieus te nemen zijn want tja, kleuters, he? Dat men denkt, we wachten nog wel even tot ze wat groter zijn gegroeid en dan horen we wel wat ze echt willen? Want dan heeft de groep hoogbegaafden meer kennis van rechten en plichten die passen bij een volwassen leeftijd?

De vraag is daarbij welke behoefte er is om kleuter te blijven. Willen de hoogbegaafden als groep wel volwassen worden of vinden we het wel fijn om kleuter te zijn. Het heeft voordelen want je hebt geen verantwoordelijkheden, je kunt eigenlijk niet be-, ver-oordeeld worden want je bent tenslotte maar een kleuter. En als kleuter kun je alles zeggen en beweren.. Een comfortabele positie met de indringende vraag: waarom zouden we volwassen moeten worden? Zijn hoogbegaafden te zien als “Oskar, de jongen met die Blechtrommel”? De jongen die niet groter wilde groeien?

Willem Wind

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *