Zelfcensuur

Van Dale kent geen zelfcensuur. Opmerkelijk als je je bedenkt dat iedereen niet altijd zegt wat die denkt en niet altijd doet wat die zou willen doen. De mens houdt zich met regelmaat in vanwege de consequenties. Dat kan zijn een boete voor te snel rijden maar ook, eventueel tijdelijke, uitsluiting door de groep. Zelfcensuur zorgt er voor dat we samen kunnen leven. Met bijvoorbeeld een wit leugentje of even afzien van commentaar.

Zelfcensuur is best wel ingewikkeld. Elke keer nadenken over de consequenties en in hoeverre iets wel of niet gezegd mag worden in deze of gene groep, dat kost teveel tijd. Je reactie loopt ver achter op de dynamiek van het gesprek of optreden. Het is daarom ook logisch dat we in ons hoofd een plek hebben waar dit allemaal razendsnel kan worden bepaald. Wat kan en wat niet kan. Psychologen noemen het proces van iets hierin plaatsen, internalisering. Bepaalde zaken zeg je gewoonweg niet tegen een ander. Soms kom je daar op een harde manier achter en als je dan je knopen telt, internaliseer je die situatie en reactie als not-done. Een prima manier om samen te kunnen leven zonder al teveel ruzie en met een gelijkgestemd gevoel dat het zo goed is.

Het probleem met zelfcensuur is dat het, zoals alles, zich ook tegen een groep kan keren. Zoals journalisten die het beter achten om iets over bepaalde zaken niet meer in het nieuws te brengen. Bijvoorbeeld om niet het doelwit te worden van een aanslag maar ook om te zorgen dat je als journalist een informant behoudt. Of dat je, of jouw nieuwsdienst welkom blijft bij de politiek of bedrijfsleven. Sociale uitsluiting is voor een journalist misschien het meest duidelijke signaal dat hij/zij iets gevonden heeft wat nieuwswaardig is, anderzijds is het vrijwel onmogelijk om nog langer te functioneren als journalist.

Zelfcensuur en internalisering bestaat ook in groepen mensen. Elke groep heeft dat en dat is goed voor de samenleving. Het geeft rust, zekerheid en men kan zich beter concentreren op de dagelijkse gang van zaken. Maar zoals bij een persoon kan een groep hier ook te ver in gaan. Zover zelfs dat de groep zichzelf op achterstand zet en blijft zetten. “Zo gaat dat nu eenmaal” is daarvoor een herkenbare redenering. Evenals “wat kun je er aan doen?”, wat ook duidt op teveel zelfcensuur. De groep heeft dan de mening van “de samenleving” geïnternaliseerd en tot haar eigen mening gemaakt. En ja, dan is het zo zoals het is. Het is niet anders.

Nu lijkt het alsof zelfcensuur gewoon gebeurt en dat je daar als mens of groep geen vat op hebt. Je moet mee en anders volgt uitsluiting of vervolging. En dat is in zekere zin ook zo. Want de sleutel tot verandering zit niet daar waar het gebeurd maar in de omgeving. Zelfcensuur verandert als er voldoende weerstand ontstaan is en als iemand van die groep, bekend als lid van die groep, succesvol wordt, mag zijn, in de samenleving. Dan verandert de zelfcensuur. Omdat de samenleving dit ook weet of aanvoelt is de eigenlijke vraag, willen we die groep wel zonder deze zelfcensuur accepteren? En die vraag is voor iedereen gelijk, of je nu behoort tot die groep of tot de omstanders.

In het kader daarvan verbaast het me dat er nooit onderzoek naar gedaan is waarom uitzonderlijk intelligente kinderen vaak alleen maar moeizaam, onderwijs kunnen ondergaan. Terwijl de logische gedachte is dat hoe intelligenter, hoe beter onderwijs aan zal slaan bij een kind. Ik denk dat bovenstaande, de negatieve aspecten van zelfcensuur binnen de groep, hier debet aan is. En zo ligt de bal daar waar die behoort. Bij de groep zelf en wil die een oplossing, dan ligt “de oplossing” bij diegenen van de groep die zeggen: “we kunnen wél wat doen” en “het kan anders”. Steun je die dan verander je mede de zelfcensuur binnen de groep.

Willem Wind

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *