Het maatschappelijke midden

Een intrigerend fenomeen is het maatschappelijk midden. Een gebied waarin de mensen van een groep functioneren. Dit kunnen leden zijn van een vereniging maar ook inwoners van een land. Op de één of andere manier hebben ze met elkaar afgesproken, via een aanvoelen, wanneer een individu redelijk goed functioneert in het maatschappelijk midden.

Ik stel me dat voor als een elastiek tussen een mens die bevestigd is en wordt als zijnde functionerend in het midden en een ander mens die iets op een andere manier wil leven. Hoe verder weg van het midden hoe strakker het elastiek. En als je dit beeld groter maakt met vele mensen uit het midden en een aantal uit de periferie dan ontstaat er een dynamisch beeld dat duidelijk maakt waarom het maatschappelijk midden zo sterk is.

Het is een sterk mechanisme dat zo zijn waarde heeft. Mensen moeten met elkaar leven en dat graag met enige zekerheden. Anders moet je als mens steeds nadenken en kan er weinig op de automatische piloot geleefd worden. En met behulp van dat maatschappelijke midden kun je ook regeren. Als manager kun je daarmee aansturen, als beleidsmaker kun je daarop beleid maken. En de politicus kan het maatschappelijk midden gebruiken om succesvol te zijn in zijn of haar beroep. En het leuke is dat er hiervoor mensen moeten zijn in de periferie. Zonder mensen die aan de elastieken trekken is er geen maatschappelijk midden, dan zou de dynamiek weg zijn en zou het systeem niet meer functioneren.

Randgroepen zoals bv. hoogbegaafden, homoseksuelen, alternatievelingen in zorg of maatschappij en jongerengroepen heten niet voor niets randgroepen. Zij trekken aan het elastiek zodat het maatschappelijk midden kan bestaan. Maar soms trekken ze terug. Zoals de homoseksuelen die nu meer in het maatschappelijk midden zijn beland. Zij hebben zich succesvol als groep in het midden gemanoeuvreerd zodat ze de daarbij geldende rechten hebben verkregen. Zij mogen niet alleen trouwen, een bijna heilig sacrament in onze samenleving, ze mogen ook burgemeester en zelfs minister zijn. Dat was 50 jaar geleden ondenkbaar. Jongeren doen het per generatie zoals logisch is en dan mogen ze meepraten in een jongerenparlement, meepraten over jongerenbeleid, etc.. Een volgende generatie doet het weer anders want afzetten hoort ook hier. En dan zie je ook dat het beleid dat op dit terrein gemaakt wordt meestal te laat komt want de generatie is dan vaak al weer gewisseld.

Ik ben voorstander van meer rechten en respect voor hoogbegaafden. Vanuit het elastiekenbeeld moet je dan trekken aan die elastieken in plaats van je er tegen verzetten of er aan toegeven. Jezelf als groep aan boord hijsen past bij dit beeld. En daar heb je niet veel strategie voor nodig. “Ik wil meedoen als mezelf” is het doorslaggevende argument wanneer dat door een deel van de doelgroep wordt gepropageerd. Het is meer iets van de lange adem, er voor gaan en niet loslaten tot je er iets mee bereikt. En ook dan moet je blijven trekken want hoe dan ook, je blijft behoren bij een randgroep. En dat vraagt een inspanning.

Zoals trouwen bij de homoseksuelen een interessant doel was om te gaan trekken aan hun elastiek, wat is bij hoogbegaafden een interessant doel waardoor zij aan hun elastiek gaan trekken? Is dat onderwijs of acceptatie en respect op de werkvloer? Een eigen verzorgingstehuis? Ik denk dat dit te brede doelen zijn. Wat zou een scherp te omschrijven doel kunnen zijn, vergelijkbaar met trouwen als homoseksueel? Ik ben er nog niet uit..

Eén gedachte over “Het maatschappelijke midden”

  1. Daar ga je ook niet uitkomen denk ik aangezien er geen vergelijkbaar iets is. Overigens zijn de rechten voor homoseksuelen en heteroseksuelen nog (?) niet geheel gelijk getrokken. Als je binnen je huwelijk kinderen krijg dan heeft het wettelijk gezien nog aardig wat consequenties wanneer je als homoseksueel stel een kind krijgt. Om dezelfde rechten te krijgen moet je nog steeds naar de rechtbank.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *