Gedicht: De verslaving voorbij

Een nieuw gedicht van Martijn.

De verslaving voorbij

De vulkaan barst uit en het vuur grijpt om zich heen, waar kan ik heen, ik ben alleen, waar gaat dit heen denk ik meteen.

De zee verzwelgt en het roer moet om, maar waarom, wat ben ik dom, is dat het antwoord op de som.

Plots waait de wind uit onverwachte hoek, het einde van een boek, wat een kleuren wat een geuren, dat mij dit mag gebeuren.

Samen op het strand, hand in hand, er is geen mits er is geen want, dus er is geen trammelant.

En de zon brak door en ik vergat wat ik verloor. En de dagen werden weken, werden maanden, werden jaren.

Blog van Frits Van Wezel

Ben ik nou zo slim of zijn jullie zou zo dom!?

Ben ik nou zo slim, of zijn jullie nou zo dom………

Ik hoor het Louis van Gaal nog zeggen, wat een arrogante zak hooi zeg. En hoewel ik hem als coach altijd wel hoog had zitten, was maar weer eens bewezen dat briljant en arrogant vaak dicht tegen elkaar aan liggen. Hij mocht dan erg goed zijn als coach, dit soort teksten past toch niet? Wat een peda Lees meer..

Scratch!

Liesbeth van Damme

Scratch, een programma speciaal voor kinderen en jongeren om te leren programmeren. Je kunt je eigen interactieve verhalen, spellen en animaties maken. Echt iets voor een plusklas dus. In Groot-Brittannië is het al een vast onderdeel op het lesrooster. Scratch zelf omschrijft het als volgt: ‘Scratch helpt jonge mensen creatief te leren denken, systematisch te redeneren en samen te leren werken; essentiële vaardigheden voor het leven in de 21ste eeuw’. Nadat ik bij een andere plusklas heb meegekeken terwijl zij meerdere gastlessen kregen over dit programma, dacht ik dat ik wel genoeg had gezien en gedaan om de kinderen bij mij in de klas Scratch te introduceren.
Uiteraard waren de kinderen meteen enthousiast. Als een welopgeleide leerkracht begin ik netjes met het introduceren van de verschillende stappen van het programma. Maar al snel hoor ik: ‘mogen we nou zelf, wanneer mogen wij?’. Oké, top-down dan maar: ‘na de meivakantie hebben jullie allemaal een eigen spel gemaakt met Scratch!’. Wat ontzettend gaaf om te zien hoe snel de kinderen het programma onder de knie hebben. En wat een betrokkenheid. Wanneer ik de vraag krijg van een leerling over iets wat bij haar niet helemaal lukt, geef ik eerlijk toe dat ook ik nog niet alles weet. ‘Oh, wacht maar juf, ik weet dat wel, laat mij maar’, hoor ik een jongen zeggen. Een beetje beschaamd over mijn tekortkomingen laat ik het hem uitleggen. Een andere jongen helpt ook mee en binnen de kortste keren is het probleem opgelost. Nou, met dat samenwerken zit het wel snor.
Een week later hebben sommige leerlingen al een heel spel in elkaar gezet. Natuurlijk nog wel wat schoonheidsfoutjes hier en daar maar wat een geweldig resultaat. De kinderen zo gemotiveerd en enthousiast te zien, geeft me een warm gevoel. Hopelijk zien de ouders dit ook zo en krijg ik geen vervelende reacties over dat hun kind nu alleen nog maar meer achter de pc zit. Maar zeg nou zelf, deze kinderen zijn toch de toekomst? Over vijf jaar maken ze geen rijtjes rekensommen meer maar maken ze een heel eigen rekenspel waarbij zijzelf én andere kinderen op een leuke manier leren te rekenen. Win-win dus. Maar wat ben ik blij dat ik in mijn plusklas de tijd en ruimte heb om de kinderen zo’n programma te laten ontdekken. Ik kan alleen maar hopen dat de basisscholen en middelbare scholen ook snel inzien dat we echt grote stappen moeten maken als het gaat om onderwijs in de 21ste eeuw.

Columnist: Liesbeth van Damme – Specialist hoogbegaafdheid – Leerkracht bovenschoolse plusklas –Liesbethvdamme@hotmail.com –@LiesbethvDamme – 6 jaar ervaring met de plusklas – is zelf niet hoogbegaafd

Column: Laat ze gewoon een toren van spaghetti maken!

Liesbeth van Damme

Oh help! ‘Geen budget om leuk materiaal te kopen voor in de plusklas of om die interessante gastspreker te laten komen en hoe kunnen we nou het creatieve denkvermogen van die kinderen aanspreken? Voor spelling is er helemaal geen verrijking!’ Regelmatig krijg ik dit te horen van leerkrachten en ook zelf heb ik het mogen ervaren. Als er één ding is wat ik geleerd heb de afgelopen jaren als leerkracht van de plusklas, dan is het creatief zijn. Toen ik net van de Pabo kwam, moest ik er niet aan denken de methodes los te laten. Lekker alles braaf volgens het boekje doen. Tegenwoordig krijg ik de kriebels van zulke leerkrachten. Een dure gastspreker kan ook een ouder van één van de kinderen zijn die een interessant beroep heeft. En materiaal hoeft niet duur te zijn. Kijk eens wat je allemaal kan met bijvoorbeeld spaghetti en marshmallows. Opdracht: bouw een zo hoog mogelijke toren. De kinderen weten niet hoe snel ze moeten beginnen. Daarnaast is het een opdracht die jong tot oud kan uitvoeren. Van kleuters tot op de middelbare school. Op Youtube zijn ontzettend veel filmpjes te vinden van gemaakte kunstwerken met alleen spaghetti als hoofdonderdeel.

Knikkerbanen maken van schoenendozen en wc-rolletjes en bruggen van papier en satéprikkers zijn ook mooie voorbeelden. En laat de kinderen maar eens een uur de meest moeilijke vliegtuigjes vouwen. Betrokkenheid alom. Het feit is dat wanneer je een ‘open’ opdracht geeft, het creatieve denkvermogen meteen gaat werken. En het fijne is dat je deze opdrachten door alle leerlingen kunt laten uitvoeren. De hoogbegaafde leerling gaat meteen aan de slag zodra hij/zij het doel van de opdracht weet (top-down) en de minder begaafde leerling heeft iets meer instructie nodig. Op deze manier zullen er een hoop verschillende resultaten verschijnen. Laat ze maar eens nadenken over hun eigen droomschool of het ontwerpen van een hotel speciaal voor kinderen.
Natuurlijk begrijp ik dat zo’n creatieve (techniek)opdracht niet altijd als verrijking voor een reken- en/of taalles kan dienen. Maar ook met deze vakken kan er creatief worden omgegaan. Bijvoorbeeld spelling, hartstikke saai natuurlijk. Goed, wat dacht je van een eigen woordzoeker of kruiswoordraadsel laten maken van de woorden van de week? Of laat de leerling een zelfgekozen interessant artikel uit de krant of tijdschrift meenemen en daarin zelf moeilijke woorden zoeken. En het ontwerpen van een leerhulpmiddel m.b.t. de werkwoordsspelling voor kinderen die hier juist moeite mee hebben, is misschien ook een idee. Uiteindelijk word je steeds handiger in het bedenken van creatieve opdrachten. Inmiddels heb ik in mijn plusklas aardig wat kant- en klare (open) opdrachten in de kast liggen. Wat erg prettig is want iedere week iets nieuws bedenken, breekt op een gegeven moment ook op. Dan denk ik pfff…. wat zal ik nu weer eens met de kinderen doen? En heel af en toe droom ik dan weer over de tijd waarbij ik gewoon heerlijk een methode uit de kast kan pakken. Heel eventjes maar……

Columnist: Liesbeth van Damme – Specialist hoogbegaafdheid – Leerkracht bovenschoolse plusklas –Liesbethvdamme@hotmail.com –@LiesbethvDamme – 6 jaar ervaring met de plusklas – is zelf niet hoogbegaafd

Verhalen uit een plusklas: de Klaagmuur

Liesbeth van Damme

De Klaagmuur in Jeruzalem. Ik ben er nog nooit geweest en ik begrijp dat het een heilige plek is waar mensen komen bidden, dankbaar zijn maar ook klagen en treuren. Ieder jaar weer, tijdens de gesprekken met de ouders van mijn leerlingen, denk ik dat ik toch echt heel dicht in de buurt kom van hoe die Klaagmuur zich moet voelen. In de Plusklas gaat het allemaal zo ontzettend goed met hun kind, dit is echt wat ze nodig hebben. Maar de reguliere school waar hun kind doorgaans nog vier dagen per week moet doorbrengen, voldoet in niets aan de onderwijsbehoeften van hun zoon of dochter. Aldus de ouders. En ergens hebben ze wel gelijk.
In Nederland zijn we gewend die kinderen die net niet helemaal mee kunnen met het gemiddelde niveau of erger nog compleet uitvallen, dusdanig te helpen dat met veel trekken en duwen deze kinderen toch over kunnen naar de volgende groep. Die enkele meer- of hoogbegaafde leerling in de klas heeft gewoon een luxeprobleem en die redt het toch wel. Helaas… vaak is het tegendeel waar. De wat zwakkere leerling gaat uiteindelijk toch wel dat beroep uitoefenen wat ze kunnen en willen. Ze weten wat het is om hard te moeten werken en dit helpt hun de nodige opleiding(en) te halen. Bij de hoogbegaafde leerling komt het jammer genoeg erg vaak voor dat ze wegens onderpresteren ergens belanden wat onder hun niveau is. Dit onderpresteren moet zo vroeg mogelijk in de onderwijsloopbaan worden voorkomen. Genoeg werk te doen dus op de basisschool. Gelukkig wordt er tegenwoordig al heel veel gedaan. De basisstof wordt gecompact (verminderd) en verrijkingsopdrachten komen in de plaats. Daarnaast zijn er natuurlijk nog de plusklassen maar ook fulltime onderwijs voor hoogbegaafde kinderen komt steeds vaker voor. Uiteraard zijn over dit laatste ook de meningen verdeeld als je kijkt naar de Wet passend onderwijs.
Toch blijven ouders klagen. ‘Er wordt te weinig aangeboden op school, mijn kind blijft zich vervelen, ze houden zich niet aan hun beloften, de leerkracht van vorig jaar deed het zo goed maar die van dit jaar….’ en ga zo maar door. Deze klaagmuur hoort het allemaal aan. Enigszins geïrriteerd, ‘kunnen we het gewoon over uw kind in de plusklas hebben? Daarvoor bent u tenslotte hier’. Ik ben ook erg teleurgesteld in de scholen. Al meerdere keren heb ik advies en goede voorbeelden gegeven en vooral ook toegelicht waarom het zo belangrijk is voor deze kinderen om ze uit te dagen. Toch blijft het echt leerkrachtafhankelijk. De ene leerkracht pakt het hartstikke goed op en haalt alles uit de kast. De ander weet niet hoe het moet, wil het ook niet weten en gaat weer lekker verder met het geven van klassikale lessen en het remediëren van de minder begaafde leerling.
Als ik na de oudergesprekken vermoeid thuiskom, besef ik dat hoewel we aardig op weg zijn, we toch nog echt een lange weg voor ons hebben als het gaat om onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen.

Columnist: Liesbeth van Damme – Specialist hoogbegaafdheid – Leerkracht bovenschoolse plusklas – Liesbethvdamme@hotmail.com –@LiesbethvDamme – 6 jaar ervaring met de plusklas – is zelf niet hoogbegaafd

Verhalen uit een plusklas: de bananenschil

Liesbeth van Damme

Wanneer een leerling tijdens het fruit eten naar me toe loopt, een bananenschil omhoog houdt en me vraagt ‘wat moet ik hiermee doen?’, vraag ik mezelf toch echt wel eens af hoe het kan dat sommige leerlingen in een plusklas terecht zijn gekomen. Tegen beter weten in, want ik weet ze nemen ALLES letterlijk, zeg ik dat misschien zijn broekzak een mooi plekje is. Ik loop weg om een discussie tussen twee andere leerlingen over wat belangrijker is, je hersenen of je hart, te volgen. Toch kan ik het niet laten nog even om te kijken en wanneer hij het laatste stukje banaan in zijn broekzak propt, moet ik lachen. Inmiddels werk ik 6 jaar met hoogbegaafde kinderen en denk ik alles gezien te hebben maar nee hoor, iedere keer weer word ik weer verrast.
De kinderen zitten in groep 4-5-6 van de basisschool en komen één ochtend in de week in mijn plusklas om ontwikkelingsgelijken (peers) te ontmoeten en uitdagende opdrachten en activiteiten aan te gaan. Afgelopen weken hebben we gewerkt aan het project ‘architectuur’. Vandaag zijn de presentaties waarbij de ouders en sommige leerkrachten aanwezig mogen zijn. En ook na 6 jaar ben ik nog steeds zenuwachtig. Ik heb geprobeerd alles uit de kast te halen om op zoveel mogelijk manieren de kinderen van alles bij te brengen over architectuur. Alle afleveringen van ‘Het Klokhuis bouwt’ met ze gekeken, de bieb leeggeroofd en zelfs een echte architect over de vloer. De kids hebben op hun manier een deelonderwerp verwerkt tot een presentatie. Ik was hartstikke enthousiast, tot vorige week…. Toen lieten de kinderen tijdens een oefenpresentatie aan mij en elkaar zien wat ze hadden gemaakt. Oh jee, is dit wat ze de afgelopen tijd hebben gedaan? En dat gaan ze volgende week aan de ouders presenteren? Waar ben ik al die tijd geweest? Na een stormloop van kritische woorden, verbeterpunten, tips en gelukkig ook nog een aantal tops zegt één van de leerlingen tegen mij: ‘maar juf, we hebben toch nog een hele week?’ En dan weet ik het weer. Voorgaande presentaties is het ook altijd goed gekomen. Plannen kunnen deze kinderen niet. Wanneer het er echt op aankomt zetten ze iets fantastisch in elkaar.
Na het fruit eten, geven mijn leerlingen als geboren sprekers, alsof ze wekelijks voor honderd mensen staan, stuk voor stuk prachtige presentaties. En als de jongen waarbij het stukje bananenschil nog uit zijn broekzak hangt aan de beurt is, denk ik ja hoor… ik ben wéér verrast.

Columnist: Liesbeth van Damme – Specialist hoogbegaafdheid – Leerkracht bovenschoolse plusklas – Liesbethvdamme@hotmail.com – @LiesbethvDamme – 6 jaar ervaring met de plusklas – is zelf niet hoogbegaafd